Copyrightgegevens toevoegen aan je foto’s

Copyright toevoegen aan foto's

Copyright toevoegen aan foto’s

Je foto’s helemaal waterdicht beveiligen is zo goed als onmogelijk, al kan je mogelijke beelddieven wel afschrikken met een watermerk. Als je andere mensen niet kan tegenhouden om jouw foto’s te gebruiken, dan kan je maar beter zorgen dat er geen twijfel over bestaat over wie de maker is.

Informatie over de maker van een foto en nog een boel andere details vind je in de zogenaamde Exif-gegevens van de foto. Exif staat voor EXchangeable Image file Format, en het bevat de zogenaamde metadata van afbeeldingsbestanden. De meeste van die gegevens worden door je camera aangemaakt, maar voor een copyrightvermelding moet je zelf zorgen.

Metadata bewerken is niet moeilijk. Het kan zelfs gewoon in Windows Verkenner. Klik maar eens met je rechtermuisknop op een foto en kies voor ‘Eigenschappen’. Op het tabblad ‘Details’ zie je nu alle metadata van deze foto, zoals het merk van camera en de gebruikte sluitertijd. Sommige van de gegevens kan je ook bewerken. Onder ‘Oorsprong’ zie je bijvoorbeeld ‘Copyright’ staan. Klik in het (lege) veldje ernaast en je kan je naam toevoegen, al dan niet vergezeld van een copyright-symbooltje. Dat is dan puur om esthetische redenen, want het symbooltje op zich kent geen rechten toe. En daarmee ben je eigenlijk klaar.

Wil je je toch wat meer verdiepen in metadata, dan kan je een gespecialiseerd programma downloaden om die gegevens mee te bekijken en te bewerken, zoals PhotoME. Wanneer PhotoME opstart wordt er automatisch een voorbeeldafbeelding geladen, en word je dus gebombardeerd met informatie.

Aan de linkerkant, onder het menu, zie je een miniatuurafbeelding van de foto. Als het programma in het Engels is opgestart maar je liever Nederlands hebt, klik je in het menu links op ‘Settings’ en vervolgens op ‘Language’. PhotoME start zichzelf meteen opnieuw op, en je krijgt alles in het Nederlands te zien. Bij ‘Settings’ (nu ‘Instellingen’) vind je ook de opties. Veel hoef je daar niet te veranderen, al kan je ‘Bestand creatie- en wijzigingsdatum bij het opslaan behouden’ aanvinken. In het tabblad ‘Opstartinstellingen’ kan je ‘Voorbeeld bij de start niet laden’ aanvinken, als je dat niet wil.

De metadata is onderverdeeld in verschillende stukken. Helemaal bovenaan, naast het groene pijltje, heeft elk onderdeel zijn knop gekregen. Met een klik op bijvoorbeeld ‘GPS’, spring je naar de geotags. De inhoud van heel wat velden is blauw gekleurd, dat zijn de gegevens die je kan aanpassen. Bij ‘IPTC-NAA data’ (IIM) zie je onder andere de maker en de copyrightvermelding staan. Krijg je bij een van je eigen foto’s die velden niet te zien, dan kan je ze zelf toevoegen. Daarvoor klik je in het menu op ‘Importeren/Exporteren’ en ‘IPTC-NAA bereik creëren’. In de gele hoofdingsbalk van dat nieuwe veld klik je op de groene bol met het witte plusteken en kies je in de lijst onder ‘Model 2 – Applicatiegegeven’ voor ‘Copyright vermelding’. Druk op ‘Toevoegen’, geef je copyrightvermelding in en klik op ‘Toepassen’. Zo kan je alle velden toevoegen die je maar wil.

button_download

Bron:  www.clickx.be


Facebookprofielfoto even bepalend als cv-foto voor sollicitatie

Facebookprofielfoto

Facebookprofielfoto

Voor werkgevers is het niet altijd even gemakkelijk een eerste selectie te maken uit de kandidaten die hun cv hebben opgestuurd. Velen zoeken daarom hun heil bij Facebook.

Facebookprofielfoto

Aangezien werkgevers slechts over beperkte informatie beschikken bij het maken van een eerste selectie uit de jobkanditaten, maken velen vlijtig gebruik van sociale media. Vorige onderzoeken omtrent het Facebookgebruik van werkgevers waren echter steeds op basis van bevragingen. Aangezien ondervraagden in dergelijke enquêtes een loopje kunnen nemen met de werkelijkheid, hebben onderzoekers van de universiteit van Gent een andere aanpak gebruikt. Zij maakten namelijk gebruik van fictieve sollicitatiebrieven en Facebookprofielen om een objectiever resultaat te bekomen.

In totaal werden er tijdens het onderzoek 2112 cv’s uitgestuurd. Hierbij verschilden de brieven in details en layout, maar waren ze gelijkaardig in productiviteitsbeïnvloedende kenmerken. De naam van de kandidaat en Facebookfoto werden per vacature willekeurig toegevoegd. De aantrekkelijkheid en persoonlijkheid van de foto’s die gebruikt werden tijdens dit onderzoek werden gequoteerd op basis van kenmerken bepaald uit een eerder onderzoek.

Na een testperiode van een half jaar vergeleken de onderzoekers de kansen op positieve reacties voor de kandidaten met de verschillende Facebookprofielen. “De kandidaat met de meest gunstige Facebookprofielfoto kreeg ongeveer 21% meer positieve reacties op zijn sollicitaties in vergelijking met de kandidaat met de minst gunstige profielfoto. Het verschil in de kans om meteen uitgenodigd te worden voor een jobgesprek bedroeg zelfs bijna 40%,” weet professor Stijn Baert. Ook bleek uit het onderzoek dat hoogopgeleiden vaker via Facebook worden gescreend.

Bron: www.zdnet.be