Linux in plaats van Windows? De handigste programma’s!

Gebruikt u al jaren Windows maar bent u onlangs naar Linux overgestapt? Dan zult u wel voor een aantal programma’s alternatieven moeten zoeken. Niet alle Windows-programma’s bestaan immers voor Linux, maar de meesten hebben wel een geschikt alternatief waarmee u hetzelfde kunt doen. We geven hier een overzicht van Linux-tegenhangers van enkele veelgebruikte Windows-programma’s.

MSN Messenger? Pidgin!

Wie met zijn vrienden wil chatten, doet dat onder Windows waarschijnlijk met MSN Messenger. Een versie voor Linux bestaat niet. Ubuntu installeert als chatprogramma standaard Pidgin – dat overigens ook voor Windows bestaat. U vindt het in het menu Applications, Internet. Wanneer u het Pidgin voor de eerste keer start, krijgt u een welkomstvenster met de vraag om een IM (instant messaging) account toe te voegen. Klik op ‘Add…’ en vul in het nieuwe venster de gegevens in van het account waarmee u wilt chatten. U ziet dat Pidgin meerdere protocols ondersteunt, onder andere AIM, Google Talk, ICQ, IRC en MSN. We kiezen hier die laatste en geven ons MSN-adres en -wachtwoord in. Andere opties zijn het laten onthouden van ons wachtwoord, het ontvangen van meldingen voor nieuwe e-mails en of we een ander icoontje voor onze account willen gebruiken. We vullen het nodige in en klikken op Add. Na enkele momenten krijgt u nu de ‘buddy list’ te zien, uw lijst met contactpersonen. U kunt op een persoon rechtsklikken voor allerlei acties of erop dubbelklikken om een gesprek te beginnen. Er zijn natuurlijk verschillen met MSN Messenger, maar om gewoon te chatten is Pidgin even goed. Uw contactpersonen op MSN zullen waarschijnlijk zelfs niet doorhebben dat u een ander programma gebruikt. Kijk in de instellingen (Tools, Preferences) eens wat de mogelijkheden zijn. Een voordeel van Pidgin tegenover MSN Messenger is dat het geen advertenties toont. Het grootste voordeel van Pidgin is echter dat het meerdere protocols tegelijk ondersteunt: het is dus perfect mogelijk om bijvoorbeeld één of meerdere MSN-accounts samen met één of meerdere Google Talk-accounts te gebruiken, allemaal vanuit één interface.

Windows Media Player? VLC!

Een ander onmisbaar programma in Windows is Windows Media Player. Een alternatief hiervoor moeten we wat verder zoeken, want Ubuntu installeert als mediaspeler standaard Totem (onder het menu Applications, Sound & Video, Movie Player), een nogal beperkt programma. Een beter alternatief is VLC (dat ook voor Windows bestaat). Installeer het door in het menu Applications te kiezen voor Add/Remove… en dan in de categorie Sound & Video het programma VLC media player aan te vinken. Kies Enable op de vraag of u restricted software wilt installeren (de benodigde codecs) en daarna op Apply Changes en nog eens op Apply. Geef uw wachtwoord in, waarna de installatie begint. VLC is nu te vinden in het menu Applications, Sound & Video. Start u het op, dan krijgt u een minimalistisch venster te zien. Laat u echter niet misleiden: VLC herbergt een massa mogelijkheden. Het kan zowat alle mogelijke mediaformaten afspelen zonder gepruts met codecs. VLC is bovendien heel stabiel en speelt ook bestanden af die gedeeltelijk corrupt of onvolledig zijn: VLC negeert gewoon alles wat het niet begrijpt en speelt af wat het wel begrijpt.

Windows Movie Maker? Cinelerra!

Windows Movie Maker is een handig programma om filmpjes te maken of te bewerken. Een alternatief hiervoor in Linux is Cinelerra, dat jammer genoeg nog niet eenvoudig te installeren is in Ubuntu. Installatie-instructies vindt u op de website van het programma. Cinelerra heeft heel wat meer mogelijkheden dan Windows Movie Maker en heeft meer weg van professionele software. Dat maakt echter dat het niet zo eenvoudig aan te leren is. Bovendien heeft Cinelerra een verwarrende interface die zich helemaal niet houdt aan de richtlijnen van de Gnome-desktop in Ubuntu. Wilt u aan videobewerking doen in Ubuntu, dan kunt u daar dus het beste tijd voor uittrekken om het onder de knie te krijgen.

Windows Photo Gallery? F-Spot!

Microsoft heeft in Windows Vista een programma bijgevoegd voor het beheren van uw foto’s: Windows Photo Gallery. Ubuntu levert ook een fotobeheerprogramma mee: F-Spot Photo Manager, te vinden in het menu Applications, Graphics. Als u dit voor het eerst start, krijgt u de vraag om foto’s te importeren uit een bepaalde directory of van een aangesloten digitale camera. Wanneer u overigens een digitale camera via een usb-kabel aansluit op de computer, herkent Ubuntu dit automatisch en krijgt u de vraag of u F-Spot wilt openen. F-Spot heeft een eenvoudige interface, maar herbergt hieronder toch geavanceerde functies zoals het ’taggen’ van foto’s en het tonen van EXIF-metadata die door de camera aan een foto zijn toegevoegd. Het programma blinkt ook uit in ondersteunde beeldformaten: naast jpeg, png, gif, tiff, ppm, svg en dng ook raw-formaten van verschillende camerafabrikanten. U kunt foto’s draaien, vergroten en verkleinen, maar ook rode ogen verwijderen en de kleuren wijzigen. U kunt uiteraard slideshots van een collectie tonen, maar u kunt F-Spot ook zo instellen dat het programma een screensaver op het scherm toont met afwisselend foto’s met een bepaalde tag. Selecteert u een aantal foto’s, dan kunt u deze op cd branden, zippen of uploaden naar Flickr, Facebook, Picasa of andere websites.

iTunes? Songbird!

Al wie een iPod heeft zal ook wel verslingerd zijn aan het muziekprogramma iTunes. Bekijkt u dan onder Ubuntu de standaard muziekspeler Rhythmbox, dan bent u waarschijnlijk wat teleurgesteld. Oké, u kunt er uw muziek mee afspelen en het heeft best wat leuke mogelijkheden, maar het mist toch wat flair. Sinds enkele jaren bestaat er echter onder Linux een goed open source alternatief dat het gebruiksgemak van iTunes nastreeft: Songbird. Helaas zit het nog niet standaard in Ubuntu, maar u kunt heel eenvoudig een deb-bestand van het programma op getdeb.net downloaden. Open dit met het programma GDebi Package Installer – Firefox kiest dit standaard al – en klik op ‘Install Package’, waarna u uw wachtwoord ingeeft. Daarna vindt u Songbird in het menu Applications, Sound & Video. De interface van Songbird lijkt verdacht veel op iTunes. Laat u echter niet misleiden: Songbird profileert zich duidelijk als een muziekspeler die de platgetreden paden van andere muziekspelers verlaat. Het programma biedt u een heel nieuwe manier om van muziek te genieten, met een geïntegreerde browser en add-ons voor Last.fm, zoekmachines, tag clouds, enzovoort. We kunnen Songbird gerust een web 2.0- muziekspeler noemen. Het programma maakt maximaal gebruik van allerlei sociale netwerken zoals Flickr, YouTube, Last.fm en The Hype Machine als aanvulling bij uw luisterervaring. U kunt zo heel gemakkelijk meer informatie opzoeken over uw favoriete artiesten en gelijkaardige muziek ontdekken. Toch kleven er nog wat nadelen aan Songbird tegenover iTunes: het vergt enorm veel ram-geheugen en een aantal functies zoals cd’s rippen of visualisaties is nog niet geïmplementeerd. Hou dus zeker ook de volgende versies in het oog.

En verder

Dit is maar een kleine greep uit alternatieve programma’s voor Linux. Websites als osalt.com (Open Source Alternative) en linuxalt.com (The Linux Alternative Project) geven u een overzicht van goede open source alternatieven voor veelgebruikte Windows-programma’s. Bestaat uw favoriete programma niet voor Linux, dan kijkt u hier dus het beste eens voor een alternatief.

Bron: Computeridee



Intel verscheept dit jaar nog 48-core cpu

Intel vangt in het tweede kwartaal van dit jaar aan met het verschepen van een 48-core processor. Deze microprocessor wordt omschreven als een ‘single-chip cloud computer'(SSC). De eerste 48-core SSC’s worden naar academische organisaties verstuurd.

Intel claimt dat de 48-core cpu op een kloksnelheid draait die vergelijkbaar is met die van huidige netbook-Atoms. Dat wil zeggen, een klokfrequentie tussen de 1,60 en 1,83 GHz. Het prototype van de 48-core SSC bevat 24 blokjes met elk twee x86-cores, waardoor het totaal dus op 48 cores uitkomt. Elke core kan zijn eigen besturingssysteem draaien en gedraagt zich als een losse ‘computer’ die met de andere cores kan communiceren via een intern netwerk. De losse cores krijgen hun eigen L2-cache mee; de totale SSC krijgt vier geïntegreerde ddr3-geheugencontrollers.

De SCC draait alle 48 cores met maximaal 125 watt, waarbij elke core zijn eigen frequentie en elke vier blokjes hun eigen voltage kunnen beheren. De SSD is extreem flexibel in te zetten en moet onderzoekers helpen in het begrijpen van het beheer en schedulen van multicore-processoren.